Grondwoeler en Woelvork
Deze blog over bodembewerking bestaat uit twee delen: 1) werken met de grondwoeler en/of woelvork en 2) Tuinieren volgens de No-Dig-methode of niet-graven-methode.
Als je je halve leven of langer je tuin hebt omgespit, moet je daar vooral mee doorgaan. Het is een vast ritueel in jouw jaarlijkse cyclus als tuinier! Je houdt van je spitwerk: een mooie vlakke, zwarte bodem met een lichte kruimelstructuur. Het houdt voor jou de belofte in van een nieuwe, prachtige tuin in het komende seizoen. Ik denk dat je je mogelijk knap ongelukkig gaat voelen bij het zien van het resultaat van de bodembewerking die ik voorsta. Want een zwarte grond met een kruimelige structuur levert het onderstaande verhaal je niet op. Het ziet er in het begin wat rommeliger uit. Dat nemen wij – tuiniers die niet spitten – voor lief, want het gaat hier niet om een mooie zwarte kruimelstructuur maar om wat anders… En uiteindelijk hopen we allebei op een mooi resultaat: een prachtige tuin! Dus doe gewoon je eigen ding en geniet!
Steeds meer professionele telers worden zich bewust van de waarde van ons bodemleven. Vanuit die bewustwording ontstaat het besef dat bodembewerking het bodemleven zo min mogelijk mag verstoren. Ploegen, waarbij de bodem tot wel 20-30 cm wordt gekeerd, verstoort dat bodemleven – met miljarden schimmeldraden en bacteriestructuren – dus enorm! We weten inmiddels dat bodembewerking vooral niet diep hoeft te gaan. Ploegen is dus overbodig en gebeurt inmiddels al op 30% van de landbouwgrond in Nederland niet meer. De grond wordt daar slechts oppervlakkig omgezet met als voornaamste doel onkruid en gewasresten natuurvriendelijk te “verwijderen” en een zaaibed te prepareren. Alle planten, tot op een diepte van enkele centimeters worden versnipperd tot mulch en vormen zo het zaaibed voor een volgende oogst.
Spitten van je tuin is net zo min nodig. Gebruik je schop alleen als je veel onkruid onder moet werken of als je een grasveld wilt afplaggen, maar gebruik het liefst een grondwoeler die maar 8-10 cm diep gaat. Voor de rust die je het bodemleven hiermee gunt, wordt je rijkelijk beloond. Het bodemleven hoeft zich in het voorjaar namelijk niet te herstellen van je gespit maar kan direct aan de slag om humus om te zetten in voeding voor je aanplant/zaaigoed. Je kunt met die grondwoeler tevens het meeste onkruid de baas!
Een ander belangrijk voordeel is dat oppervlakkige bodembewerking er voor zorgt dat de in de grond opgeslagen CO2 daar ook blijft.
Toch kan het soms nodig en nuttig zijn de grond met behulp van een woelvork, broadfork of grelinette dieper los te woelen. Bijvoorbeeld als je een nieuwe tuinier bent in een sterkvervuilde tuin met veel (kweek)gras of zevenblad. Je kunt dan meteen veel wortelstokken ruimen en daarmee je bodem redelijk schonen. Weet wel: het gaat nooit helemaal in één keer. Je zult in het komende seizoen je schoffel, hak en drietand nodig hebben om het echt te bestrijden. Verwijder daarbij elke keer zoveel mogelijk wortelstokken. Op youtube.com vind je onder de zoekterm woelvork (Nl), broadfork (Eng) of grelinette (Frans) veel informatie over het gebruik.
Waarschuwing: het is volstrekt zinloos om heermoes of kattenstaart te bestrijden met een woelvork. Heermoes wortelt tot 3 meter diep en is alleen maar met langjarige, optimale bemesting te bestrijden. Jaarlijks veel compost en lavameel zijn hier de enige remedie. En leg de geplukte/gewiede heermoes op de plek waar het groeide. De voedingsstoffen die in de heermoes zitten komen snel ter beschikking van de plant.
Zoals gezegd: een woelvork van vijf of meer tanden van wel 30 cm kan de bodem dus goed losmaken en daarmee vuil en onkruidwortels verwijderen. Neemt niet weg dat dit te diep is voor het normale gebruik. Maak de grond los tot op 5-10 cm diepte. Je kunt de plantenresten – zolang het geen kweekgras of zevenblad is – rustig laten liggen. Zo vormt zich een mulch laag en op termijn scheelt ook dat in de onkruidontwikkeling.
Let op: resten van kweekgras en zevenblad mogen niet op de composthoop.
Na de oogst van aardappelen, tomaten, pepers, paprika’s en aubergines (nachtschaden) moet je wel de grond goed schoonmaken. Alle plantenresten verwijderen en zieke plantenresten niet op de composthoop. Ook achtergebleven aardappelen, pepers en tomaten goed verwijderen. Dan de grond oppervlakkig losmaken met de woelvork en je ben klaar voor de volgende zaai of aanplant. Waar je nachtschaden mag planten bepaalt de vereniging jaarlijks. Je mag maximaal eenderde van je tuin met nachtschaden beplanten.