Divi Farm
Alles over tuinieren
Niet elke tuin is dezelfde!
Organic
100% Organic
KIJK GOED NAAR JE TUIN EN JE BEGRIJPT ALLES BETER!
Natuurlijk groeien
Soms moeten we niet te veel bemoeien met de natuur
Chemische middelen en kunstmest kunnen echt niet meer!
Het gebruik van kunstmest en chemische middelen is echt schadelijk voor de bodem en het bodemleven.
Hoe gezonder jouw grond, hoe gezonder in jouw mond!
Wil je sterke, voedzame groenten, fruit en kruiden houd je bodem dan gezond.
COMPOST
Zo maak je compostversneller!
Neem een emmer en vul deze voor een derde met oude stalmest of goede compost. Vul de emmer met water, voeg 2 eetlepels melasse (goedkope suikerstroop) toe en roer gedurende 6 dagen dagelijks een keer door. Na de 6e dag filteren, verdunnen 1:3 en met de gieter verspreiden over je composthoop. Doe dit elke 14 dagen.
Wat gebeurt er? Je deed miljoenen bacteriën in een emmer met water. Door de suiker en het roeren vermenigvuldigden ze zich tot miljarden. Na het uitgieten gaan ze allemaal hard aan de slag om jouw composthoop om te zetten.
Voor de moestuin vormt compost de ideale bemesting. En het is zo gemakkelijk! Randvoorwaarde is een goede bak, liefst niet in de volle zon. Je kunt die zelf timmeren maar er eentje stapelen van palletranden is net zo simpel en doeltreffend. Vijf of zes palletranden zijn voldoende voor een seizoensbak in een tuin van 100-150 m2.
Op de bodem leg je een laag grof materiaal. Vaklui noemen dat ‘het bruin’ van de composthoop. Het bestaat uit takjes, twijgjes, snoeiafval. Vermijd het gebruik van resten van taxus en conifeer of naaldhout. Die bomen zijn ‘giftig’. Ze beschermen zichzelf tegen voor hen schadelijke insecten met het hars. Maar hars is giftig en is dus schadelijk voor het bodemleven: wormen, bacteriën en schimmels. Helaas zijn er nog altijd medetuinders die dit niet willen geloven. Maar kijk eens naar een dennenbos: op de bodem liggen afgevallen naalden en verder groeit er niets…
Na het laagje ‘bruin’ kun je beginnen met het vullen van je bak met ‘groen’. Alle plantenresten, mits niet ziek, zijn welkom. Al je onkruid spaar je zo op. Houdt de boel in de zomer vochtig door er zo nu en dan een gieter overheen te gooien als het wat langer droog weer is. Leg er een stuk plastic op tegen te veel regenwater! Zieke planten – vooral zieke nachtschaden zoals tomaat en aardappel – neem je beter in een vuilniszak mee naar huis. En wil je snel compost: is er zgn. compostversneller in de handel maar dat maak je ook gemakkelijk zelf, want compostversneller is een korrel die vol zit met bacteriën die wel raad weten met het groen in je compostbak. Ze versnellen de omzetting.
Zo nu en dan een stuk karton toevoegen aan je composthoop kan ook geen kwaad. Maar niet je zaterdagse krant die je in je tuin hebt zitten lezen… De drukinkt is ook giftig. Elke 2-3 maanden zet je je composthoop op zijn kop. Omkeren dus en overscheppen in een 2e bak. Meestal is 1 keer omspitten voldoende als je je compostversneller goed hebt ingezet.
Wat opvalt is dat er veel tuinen zijn die niet over een composthoop beschikken. O, hier en daar zie je wel een compleet ingestorte stelling van wat eens een pallet of kist was, met daarin een mix van snoeihout, tuinafval, plastic en vuilnis. Maar dat is natuurlijk geen composthoop, dat is hooguit een broedplaats voor ratten en woelmuizen. Jammer, want compost is de basisvoeding voor een moestuin. De tuin gaf het in de vorm van onkruid en groenafval en jij geeft het terug als compost. Mooie cyclus nietwaar?
PLANTEN MET EEN POSITIEVE INVLOED
Planten met een positieve invloed
· Afrikaantjes, alleen die van het soort “Patula”, beschermen de wortels van andere gewassen tegen aaltjes (nematoden). Je moet er wel voldoende neerzetten om effect te hebben. De wortels van afrikaantjes scheiden een stof af die aaltjes belemmeren in hun groei, onvruchtbaar maken en uiteindelijk doden. Afrikaantjes doen het ook prima onder rozen. Afrikaantjes Patula onder je tomaten verhogen zelfs de opbrengst aan tomaten.
· Oost-Indische kers is geliefd bij zwarte luis. Zet er een aantal van in je tuin en je hebt minder zwarte luis op je (tuin)bonen enz. Zet je de Oost-Indische kers onder je appel- en perenboompje dan heb je minder last van bloed- en wolluis. Van de zaadjes van de Oost-Indische kers maak je met appelazijn en suiker lekkere ‘kappertjes’ voor in de sla. Je kunt trouwens de bloemen en bladeren prima als salade eten.
· Plant wat knoflook tussen je tomaten en ze zijn minder vatbaar voor schimmels,
· Wortelen in de buurt van prei, dat vindt de preivlieg niet prettig. Hij blijft weg. Omgekeerd heeft de wortelvlieg een hekel aan prei. Ideale combinatieteelt dus.
· Dille tussen de bonen voorkomt ook zwarte luis.
· Plant wat kamille en salie tussen je koolplanten en je hebt minder last van rupsen van het koolwitje.
· Hennep (de vezelsoort) is uitermate geschikt tegen de aardappelziekte.
· Zegge- of zegekruid in je kas (1 plant/kas) en je krijgt zeker geen bezoek van witte vlieg. Ook naast boerenkool en palmkool voorkomt het de ‘wolkjes van witte vliegjes’. Die witte vliegjes hebben trouwens ook een bloedhekel aan munt. Maar pas op met munt, heerlijk voor de thee maar het is een woekeraar!
· Boerenwormkruid verdrijft de prei-, ui- en wortelvlieg. Ook mieren hebben er een hekel aan. En mieren plaatsen bladluizen op planten en gebruiken de luis vervolgens als ‘melkkoe’. Met de suikers die de ‘melkkoe’ produceert worden de mierenlarven gevoed. Boerenwormkruid is kalirijk, dus een aanwinst voor je composthoop!
· Duizendblad verhoogt de weerstand van groenten en verbetert de kwaliteit van je composthoop.
· Smeerwortel levert perfect blad om als bodembedekker mee te mulchen. Tevens verrijkt de plant je composthoop
PREVENTIE IS VAKKENNIS
· Gebruik organische mest en geen kunstmest. Alle kunstmest is chemisch en schadelijk, zelfs dodelijk voor het bodemleven.
· Hanteer ruime plantafstanden, zodat planten na regenval snel kunnen drogen. Droge planten zijn minder bevattelijk voor ziekten, zeker in combinatie met warm weer. Zorg dat je prei in de wind staat!
· Om dezelfde reden – snel drogen – is het verwijderen van onkruid belangrijk!
· Geef doordracht water. Liever wekelijks zwemles dan iedere dag een beetje. De plant gaat dan dieper wortelen en dat is beter voor zijn gezondheid. En je hoeft dan minder/geen water meer te geven. (Kijk met een grondboor eens naar je grondwaterstand).
· Pas een ruime vruchtwisseling toe. Verdeel je tuin in minimaal vier stukken en plant/zaai in een jaarlijkse volgorde: (1)peulgewassen, (2)bladgewassen, (3)vruchtgewassen en (4)wortel, bol en knolgewassen. Ieder jaar een ander gewas.
· Let er bij vruchtwisseling op dat je niet in het volgende jaar met andere leden van een plantenfamilie terugkeert. Dit geldt het sterkst voor aardappelen. Na aardappelen plant je in het jaar daarop een tomaten, aubergines, paprika’s en pepers. Het zijn allemaal nachtschaden!
· Let op bij zaadkeuze: kies voor resistentie (aardappel en phytophtora, spinazie en wolf, wortel en wortelvlieg enz.)
· Gebruik gekeurd zaai- en pootgoed, bij voorkeur biologisch. Of gebruik eigen teelt uit gezonde planten. Let op: kweek niet zelf zaad uit hybride (F1) zaden. Dat wordt twee keer niks, want een F1 degenereert razendsnel.
· Gebruik insectengaas als dat nodig/wenselijk is. Investeer in de wat duurdere soort, die gaat 5 x langer mee!
· Plaats veel vogelnestjes voor koolmees, mus enz. Ze eten bij voorkeur insecten! Zorg voor schuilplaatsen in de vorm van heggen en hagen, bomen en struiken.
· Zorg voor bloeiende bloemen, een seizoen lang. Vooral composieten en schermbloemigen zijn bij goede insecten erg in trek.
· Laat in de herfst afgestorven stengels staan als insectenhotels.
· Laat de grond bedekt, zeker in de winter (!). Zwarte grond heeft een sterk negatief effect op het bodemleven.
· Creëer ‘nette’ rommelhoekjes voor insecten, padden en egels.
· Creëer poeltjes (minimaal 80 cm diep of ijsvrijhouden) voor kikkers, padden en hagedissen. Ze verorberen massa’s insecten die je liever kwijt bent en eten graag slakken!
· Jaag de eenden niet uit je tuin. Ze eten slakken! (en soms een krop sla).
· Hang stenen bloempotten op voor oorwurmen e.d. (Geen plastic pot, die wordt te heet in de zon).
· Start een goede composthoop van 1m3/100m2 tuin.
LAVA
Lava, niet alleen een meststof
Lava wordt allereerst beschouwd als een bodemhersteller voor verarmde grond. Het bevat meer dan tachtig spoorelementen die dienen als voedingstoffen voor de plant en als bescherming en verbetering van de bodem en het bodemleven.
Met lava bemeste grond levert planten die groter worden, sneller groeien, gezonder en smakelijker zijn, beter bewaren enz. Geef je lava als meststof om je bodem te verbeteren dan strooi je bij windstil weer, nadat je de grond eerst vochtig hebt gemaakt. Strooi vervolgens 300 gr/m2 in het eerste jaar en vervolgens jaarlijks 100 gr/m2. Je kunt ook veel hogere dosis geven, want het spoelt niet uit en lost zeer geleidelijk op. Na het uitstrooien direct met een hark onderwerken, zodat het niet weg kan waaien.
Je kunt ook lavameel selectief toevoegen. Dan gebruik je een eetlepel lavameel in het plantgat van iedere nieuwe plant die je neerzet. Ook op die manier verhoog je de aanwezigheid van spoorelementen en verrijk je de bodem.
Lava tegen heermoes
Als bodemhersteller strijdt lavameel tevens tegen heermoes. Heermoes in de grond is het gevolg van een mineraalarme bovenlaag. Om heermoes effectief te bestrijden heb je 1 tot 8 kg nodig per m2. Dat is een kostbare zaak. Maar alles wat de bodem verbetert (oude stalmest, oude paardenmest, compost, e.d. in combinatie met een regelmatige lavagift helpt ook de heermoes bestrijden. Dat lukt niet in een jaar, daar zijn vaak meerdere jaren voor nodig. Snel en effectief is realiseerbaar met 2-8 kg/m2 en een zware compostgift!
Heermoes zelf gebruikt geen mineralen uit de bovenlaag (je groenten/bloemen zijn veelal vlakwortelend en doen dat wèl!), maar haalt dat van een diepte van 2 tot 3 meter. Als je heermoes verwijdert, kun je het op de composthoop gooien. Bij vertering komen de voedingstoffen uit heermoes dan vrij. Je kunt ook prima mulchen met heermoes. Pluk de heermoes en leg het daar waar je het geplukt hebt als mulch. Het zal langzaam verteren en zijn voedingstoffen vrijgeven voor de plant.
Lava als strijdmiddel tegen insecten
Je kunt het fijne poeder van lavameel inzetten tegen insecten. Lavameel is heel droog. Als je het verstuift over je planten (buiten bij windstil weer!) dan doet het twee dingen:
a) er komt een laagje op de bladeren die het blad versterkt. Zo wordt het minder aantrekkelijk voor rupsen, kevers en slakken om er van te eten.
b) Omdat het zo droog is onttrekt het vocht uit insecten die met lavameel in aanraking komen (rupsen, slakken). Die insecten verdrogen dan.
Lava in de strijd tegen schimmels
Een dun laagje verstoven lavameel beschermt de plant ook tegen schimmels als meeldauw, valse meeldauw en phytophthora infestans (aardappelziekte) bij aardappelen, maar ook bij tomaten, pepers, paprika en aubergine. Dit zijn namelijk allemaal familieleden (familie Nachtschaden).
Let op bij vruchtwisseling: na aardappelen dus geen planten uit dezelfde familie plaatsen!
WAARSCHUWING
Als je de grond niet jaarlijks voorziet van compost, oude stalmest of oude paardenmest, dus als je geen organische mest toevoegt aan je bodem, dan zal lava niets uithalen. Voor het ontbinden van lavameel tot losse – voor de plant opneembare mineralen – zijn bacteriën nodig en bacteriën zitten alleen in je bodem als die voldoende organische stof bevat. Gebruik je kunstmest dan kun je het helemaal vergeten, omdat we inmiddels weten dat kunstmest bodembacteriën doodt.
Een amateur moestuinder kan zonder chemische bestrijding
Chemische bestrijding van zwarte luis in tuinbonen? Koop liever een doosje Lieveheersbeestjes! Onkruid verwijderen tussen tegels: neem een brander… Het Centrum voor Landbouw en Milieu heeft een rapport (www.clm.nl/publicaties/186/18) gepubliceerd waarin beschreven wat er voor de amateurtuinder voorhanden is voor het bestrijden van onkruiden, ziekten en plagen. De conclusie is dat alle bestrijding kan zonder chemische inbreng, maar dat het soms wel wat gedoe meebrengt. Belangrijk is dat het betaalbaar is, maar het belangrijkste: ‘Voorkomen is beter dan genezen’, in een woord: ‘preventie’.
1. Leg alleen daar tegels waar het echt nodig is, laat bodembedekkers (bijv. geranium – ooievaarsbek) uw borders vullen, hark grind en cacaodoppen geregeld aan, maai gras gras in paden kort en leg stro of een andere vorm van mulch om de kale bodem te bedekken.
2. Zet planten op de juiste plaats, doe aan combinatieteelt. Plaats vogelhuisjes en zorg voor rommelhoekjes waar natuurlijke vijanden, egels, padden, vogels, kikkers zich kunnen ontwikkelen.
Ruim niet elke brandnetel, want sommige insecten hebben er een hekel aan, net als aan uien, of wortelen. Die laatste twee zaait u om en om: ze steunen elkaar in hun strijd tegen de uienvlieg en de wortelvlieg. Afrikaantje ertussen en de aaltjes blijven weg. Zet er ook een tussen uw prei…
Maak telkens een rondje door uw tuin. Verwijder dood blad, zoek naar vraat, luizen, let voortdurend op hoe uw planten zich ontwikkelen, verwijder zieke exemplaren. Pluk de rupsen van uw kool, top uw tuinbonen als u de eerste zwarte luis ziet. Of spuit (niet in de volle zon) met 20 gram vloeibare sunlightzeep en 20 gram spiritus per liter water. Schimmelziekten gedijen door vocht: geef dan ook ’s ochtends vroeg de planten water en niet ’s avonds…
Grijp liever niet naar de chemische bestrijding. Ook niet als er ‘bio’ op staat, want dat is meestal een doekje voor het bloeden. Je kunt echt zonder. Op de website van onze vereniging staan nog veel meer milieuvriendelijke en biologische adviezen.
Tijdens de Wintercursus van ATV De Hoefmolen komen dit soort onderwerpen ook aan de orde.
Niet spitten
NKG leidt tot minder bodemverstoring
NKG? Dat staat voor niet-kerende grondbewerking. Niet spitten dus, niet ploegen, niet frezen.
Grondbewerking is al zo oud als de landbouw zelf. Afbeeldingen van boeren achter een ploeg vind je terug bij de Egyptenaren, maar ook de Soemeriërs voor hen kenden het gebruik. De ploeg, eerst niet meer dan een sterke stok, werd met een os door de grond getrokken en zo werd de grond losgewoeld.
Door ploegen wordt de bodem losser gemaakt, de afwatering verbetert, het zaaien en ontkiemen bevordert. Ploegen werkt gewassen en onkruiden en gewasresten onder. Na versnelde vertering komen voedingstoffen vrij voor een volgende teelt. Ploegen egaliseert de grond, stronken en stenen worden verwijderd. Klinkt allemaal positief!
Daar waar de boer ploegt, spit de tuinder. Ze doen de dingen hetzelfde, met hetzelfde doel en een gelijk resultaat.
Ploegen en spitten hebben ook nadelen: het verandert de bodemstructuur, organische stof verteert sneller en voedingsstoffen spoelen sneller uit. Zo zijn er in de ontwikkeling naar biologisch en ecologisch tuinieren steeds meer argumenten tegen ploegen en spitten. In de landbouw wordt daar al volop op ingespeeld door machines te ontwikkelen die op de andere manier de grond bewerken. Voorbeelden zijn de eco-shuffle, een machine die plantenresten en groenbemesters verhakkelt en met de bovenlaag (2-5 cm) van de grond vermengd, en het gebruik van een drone voor gewascontrole. Eco-ploegen is een manier van ploegen waarbij slechts een minimale bovenlaag wordt geploegd om ‘schoon’ zaailand te verkrijgen De bio- en ecolandbouwer maakt hier vaak gebruik van. Het belangrijkste kenmerk: de grond wordt minimaal beroerd.
De laatste tien jaar is er een sterke ontwikkeling van NKG. Je ploegt/spit niet maar maakt de grond oppervlakkig los. Het basisprincipe is behoud de bodembedekking, streef naar variatie in begroeiing door vruchtwisseling en groenbemesting (bron: Universiteit van Wageningen)
Het idee erachter is: laat de bodem met rust! Verstoor de bodem zo min mogelijk. In de praktijk zijn boeren die het systeem hanteren enthousiast. Zo blijkt de kwaliteit van de schil van aardappelen aanzienlijk te verbeteren. En zelfs is bewezen dat suikerbieten beter groeien op niet-geploegde grond. Wie over internet surft vindt tal van ideeën en voorbeelden.
Schone grond is zwarte grond, zo denkt nog menig tuinder. De natuur denkt daar heel anders over en doet de zwart liggende grond zo snel mogelijk bedekken. Met onkruid en andere zaailingen. De natuur beschermt haar kwetsbaarheid, haar naaktheid. Een onbedekte bodem verliest al snel haar structuur en (het ergste is) het bodemleven zoekt zijn heil ergens anders. In reactie op onkruidgroei: voorkom het zoveel mogelijk door de bodem bedekt te houden. Meewerken met de natuur dus, in plaats van tegenwerken.