Waarom en hoe planten stekken?
Ieder jaar maak ik stekken van takjes, twijgjes, stengeltjes en blad. Waarom? Vooral omdat ik het leuk vind en je kunt nog eens wat weggeven. In onze tuin vind je nu stekken van rode en zwarte bessen, salie, braam, braambes, rode stamrozen, roze klimrozen, gele kornoelje, maracuja en nog het een en ander. Je ziet, ik vind het dus erg leuk!
Een stek die aanslaat is een exacte kopie van de moederplant. Dat is dus anders dan kweken vanuit zaad, want dan heeft de jonge plant de kenmerken van beide ouders. Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn geen vader- of moederplant nodig. De planten kunnen als het ware zichzelf klonen, bijvoorbeeld uit een stukje blad, stengel of wortel. Dit wordt vegetatieve vermeerdering genoemd. Afleggen en scheuren van planten zijn ook vormen van vegetatieve vermeerdering.
Er zijn veel verschillende manieren van stekken en al die manieren hebben een eigen naam. Meestal heeft de naam betrekking op dat deel van de plant dat je gebruikt voor de stek.
Zo zijn er stengelstekken. Stengelstekken worden verder ingedeeld naar de leeftijd van het stekmateriaal (zoals semi-rijp of houtstekken) of naar het gedeelte van de stengel dat wordt gebruikt (kopstek, tussenstek). Ik wil het in deze blog alleen hebben over houtstekken, omdat dit een leuk karwijtje is in deze tijd van het jaar en het ook een heel gemakkelijke manier is om plantmateriaal te vermeerderen. Gebruik alleen stekmateriaal van planten waar je trots op bent. Op rode of zwarter bessen omdat ze zo geweldig veel bessen geven die ook nog eens heerlijk van smaak zijn.
Winter- of houtstekken maak je van rijp, dus verhout, stekmateriaal. Dit levert het beste resultaat bij bladverliezende bomen en (fruit)struiken, zoals wilgen, de prunusfamilie en bessen- en frambozenstruiken, struikrozen en verder kornoelje en sneeuwbalspirea (Physocarpus), forsythia, hortensia, deutzia, weigelia, struikrozen, vlinderstruik (Buddleja), boerenjasmijn (Philadelphus coronarius), sneeuwbal (Viburnum opulus). Wanneer? Eind najaar tot halverwege de winter, zolang de plant in rust is en het niet vriest.
Om ervoor te zorgen dat je stekken gemakkelijk wortelen kun je het voetje van je stek dompelen in een potje met pokon stekpoeder (+/- € 5,00). Voel je je een echte ecologische tuinier, dan maak je dat natuurlijk snel en doeltreffend zelf. Het is dan geen stekpoeder, maar stekwater.
Knip daarvoor een dunne tak van de wilg (salix alba) en knip deze in kleine stukjes. Doe in een pot of bak van ongeveer 2 liter. Giet er kokend water overheen en laat afkoelen. Klaar, je hebt eigen stekvocht. Dat stekvocht stimuleert de beworteling en je weet, een wilg kan er wat van… Zet of leg je stekken een kwartiertje in het wilgenwater voordat je ze plant.
Het wilgenwater bevat twee essentiële stoffen. Dat zijn auxines, een groep planthormonen. Zij zorgen voor een snelle beworteling. De andere stof is salicine, de basis voor acetylsalicylzuur. Dat ken je onder de naam ‘aspirine’. Het versterkt het immuunsysteem en met die verhoogde weerstand is de stek succesvoller.
Knip je stekken van houtige, jonge plantendelen. Zorg dat ze ongeveer 25 cm lang zijn, en minimaal 3-4 knoppen hebben. Je steekt de stek dan twee knoppen diep (voorzichtig) in de grond (op de knop gaat hij wortels vormen) en laat twee knoppen boven de grond spruiten.
Wil je meer weten: klik hier voor een overzicht van alle stekvormen.