Kalkbemesting, waarom en wanneer?
Noteer alvast in je agenda dat je – hartje winter – tussen 1 januari en 1 februari een of andere vorm van kalk (calcium, Ca) strooit. Je hebt ongeveer 10 kg/100m2 nodig. Zelf strooi ik zeewierkalk omdat dit naast kalk rijk is aan mineralen. Zure gronden kunnen moeilijk sporenelementen vrijgeven; planten gedijen dan slecht (gele bladeren). Strooi je lava op wat zure grond dan is de voedingswaarde nul. Daarom is kalk belangrijk, het bindt voedingsstoffen aan zich, zodat ze niet kunnen uitspoelen. Het maakt voedingsstoffen toegankelijk en, net zo belangrijk, het reguleert de pH, de zuurgraad van de grond.
Vroeger gaven boer en tuinder eenmaal in de drie jaar een kalkbemesting. Nu, met de zure regen, geef je jaarlijks 10 kg/100m2 aan een moestuin.
Je kunt kalk strooien in combinatie met magnesium (Mg). Dat is gunstig, omdat er gemakkelijk een tekort aan magnesium ontstaat op onze gronden. Heeft er gedurende meer dan zes weken zwart plastic op je tuin gelegen, dan kun je beter geen kalk, gecombineerd met magnesium strooien. Strooi dan enkelvoudige kalk. Door het plastic is er verzuring van de bodem ontstaan. Die moet hersteld worden door kalk. Zit er echter ook magnesium in de kalk dan werkt dat vertragend op de ontzuring. Je kunt dan beter op een later tijdstip – eind april tot eind mei – alsnog een magnesiumbemesting geven. Je richt je dan op de grond waar (straks) bijvoorbeeld alle gewassen die zoetig smaken worden gezaaid of geplant: wortelen, bieten, tomaten, paprika enz. Je kunt het ook doen op het moment van aanplant. Magnesium maakt zoet.
Al onze eenjarige groenten en nachtschaden als aubergine, peper, paprika en tomaat houden wel van kalk. Het zijn kalkaanbidders in die zin, dat de kalk ervoor zorgt dat voor groenten belangrijke voedingsstoffen gemakkelijk kunnen worden opgenomen. Tomaat staat erom bekend dat het niet zonder een goede kalkbemesting kan. Kalkgebrek bij tomaat herken je ‘neusrot’, je tomaat (vrucht) krijgt een bruine plek op zijn neus.
Sterker nog: voor je tomaten zijn kalk en magnesium zelfs onmisbaar. Rennies, tegen brandend maagzuur, bevatten zowel kalk (CaCO3) en magnesium (MgCO3 – magnesiet). Dat is superfood voor je tomaten. Een Rennie in het plantgat en je gaat het verschil zien (96 Rennies voor tien euro!).
Strooi nooit kalk waar zuurminnende planten staan. De meeste bloeiende vaste planten, meerjarige kruiden, bessen, aardbeien en aardappelen zijn zuurminnend. Daar strooi je dus geen kalk. Aardappelen krijgen trouwens aardappelschurft van kalk. Grassen houden ook niet zo van kalk, maar als je veel mos in je gazon hebt, kun je beter wel kalk strooien om het mos eronder te houden. Mos in gras is een herkenning voor zure grond!
Het is moeilijk om te veel kalk te geven in een bemesting. Is het wel het geval dan merk je dat aan je bonen (kapucijners, bruine en witte bonen, kievitsbonen). Ze zijn namelijk na een dag koken nog niet gaar! ☺