Wie een tuin pacht, wil graag weten: wat heb ik nu? Waar sta ik op? Waar je staat is in zover belangrijk dat je nooit op je teeltbed(den) moet gaan staan. Je verbrijzelt daarmee honderden meters mycelium (schimmeldraden), je verdicht de grond (geen lucht, dus verzuring!). Je moet ook niet spitten of frezen, ook dat is slecht voor het bodemleven! De bodem waarop je teelt moet je koesteren…
Als je wilt weten hoe de bodem is opgebouwd, neem dan een schone pot waarin bijvoorbeeld mayonaise heeft gezeten, een beetje forse glazen pot. Met een kleine eetlepel schep je op diverse plaatsen in je tuin een beetje aarde tot de pot vol is. Deksel erop en mee naar huis. Thuis gekomen giet je de aarde op een krant ofzo en je mengt het geheel goed door elkaar. Takjes, vuil en grove stukken mulch verwijder je. Dan doe je 250 ml aarde in een tweede potje. Dat mag ook een yoghurtbakje zijn. Als het ook maar grond en water kan bevatten. Zet nu het tweede potje opzij.
Vul je eerste pot halfvol met de resterende aarde. Vul de pot daarna met water tot aan de rand van de pot. Flink schudden, zodat werkelijk alle grond gehusseld is. Zet de pot nu weg op een lichte plek, zodat je goed kunt zien wat er gebeurt.
Het zware zand dat in het grondmengsel zit, daalt nu het eerst naar de bodem. Na tien minuten vormt zich een tweede laag van fijner zand. Hierna worden de lagen grijzer en steeds fijner, je krijgt te maken met klei en lutum. De hoeveelheid lutum bepaalt de bewerkbaarheid, de structuur en het vochthoudend vermogen van de grond. Weinig lutum is zanderig (0-8%), veel lutum is kleiïg (meer dan 30%). Lutum is negatief geladen. Daardoor kan het positief geladen voedingstoffen zoals kalium, magnesium enz. vasthouden. Bovenop drijft het organisch materiaal, compost.
Na 12-24 uur is alles bezonken. Je kunt nu met een duimstok meten hoeveel millimeter zand en klei(lagen) je hebt en hoe dik ze zijn. Die millimeters kun je omrekenen tot percentages. Dan weet je hoe je bodem is samengesteld. Onze grond bevat 12-20% lutum.
Het tweede potje, dat je had weggezet, haal je nu weer tevoorschijn om de pH van de bodem te bepalen. pH-meten betekent dat je de zuurgraad van de bodem vaststelt. Hoe hoger de pH, hoe lager de zuurgraad. Zo is pH 1 zuiver maagzuur, 2 is citroenzuur, 3 is sinaasappel, 6 is urine, 7 is gedistilleerd water, 10 is melk en 14 is bleekmiddel. Onze groenten groeien het best op een pH van 6,5-7, aardappelen en aardbeien op een pH van 6-6,5. Een bemesting met kalk (calcium, Ca) beïnvloedt de zuurgraad, je pH wordt hoger, je zuurgraad dus lager.
Met iedere pH-meter kan de zuurgraad van de grond worden vastgesteld. Dit kan op de volgende manier: De 250 ml water moet vochtig zijn. Er moet zoveel vocht inzitten dat het er uitloopt als je er in knijpt. Is de grond droog meng er dan wat gedemineraliseerd water door. Denk er om, het moet goed vochtig zijn maar niet nat! Meng de aarde goed na het toedienen van het water. Neem vervolgens een maatbeker en vul deze met 150 ml gedemineraliseerd water. Voeg hier aarde uit de pot aan toe tot 250 ml samen. Meng het geheel goed door en laat het minimaal 2 uur rusten. Gebruik nooit kraanwater omdat daar kalk inzit. Meng het geheel nogmaals goed door en meet de pH-waarde van dit mengsel.
Om de uiteindelijke meting te doen heb je een hulpmiddel nodig, een pH-meter. Die heb je in vele soorten en prijsklassen. De goedkoopste manier is met behulp van een zgn. lakmoespapiertje, een stripje papier dat verkleurt als het in aanraking komt met jouw natte grondmonster. Afhankelijk van de kleur weet je nu – dankzij een meegeleverde tabel – welke pH jij in je tuin hebt. Vrienden met een beetje aquarium of een zwembad hebben wel een lakmoespapier of een andere pH-tester in huis! ☺